Max Havelaar

VWO5 - 19e eeuw - blauw

Primaire gegevens

Multatuli, Max Havelaar. Uitgeverij L.J Veen. Amsterdam 1860 (17e druk, 1860)


Samenvatting

Het verhaal start met de wens van Batavus Droogstoppel om een boek te schrijven over koffie, aangezien hij makelaar in koffie is. Hij komt een oude schoolvriend tegen op straat, die hij voor het gemak Sjaalman noemt (hij wil liever geen namen noemen en hij droeg een sjaal) en hij gaf Droogstoppel een pakket met geschriften. Droogstoppel komt erachter dat deze geschriften ook verhalen over koffie bevat en wil dit gebruiken voor zijn boek. Echter ziet hij het somber in, omdat het te veel werk lijkt, maar hij schakelt zijn jongste bediende Stern in om hem te helpen. Het is de bedoeling dat Stern en Droogstoppel afwisselend hoofdstukken schrijven, maar wel allemaal enigszins naar de wens van Droogstoppel, het is uiteindelijk zijn boek.

Stern schrijft over de geschriften van Sjaalman en deze verhalen gaan over een zekere Max Havelaar, die pas benoemd is tot assistent-resident in Lebak, een gebied op Java. Een uitgebreid verhaal volgt over de aankomst van Havelaar op Java.

In het verhaal worden de verhalen van Stern (van Sjaalman, over Max Havelaar) steeds onderbroken door Droogstoppel. Hij onderbreekt met een preek van een dominee of met een betoog over hoe hij zelf nooit een buffel heeft gehad en toch tevreden is: 'Er zyn mensen die altyd klagen'.

Stern vertelt het verhaal van de inwoners van Java en hoe zij worden uitgebuit door de hoge piefen in het gebied. Bijvoorbeeld het verhaal over de buffelroof en Saïdjah en Adinda. De buffel is alles wat zij hebben en moeten leven van de landbouw, maar als hun buffel wordt weggenomen wordt overleven steeds moeilijker. Saïdjah gaat op reis om meer geld te verdienen en zijn eigen buffel te kunnen kopen en te kunnen trouwen met Adinda. Wanneer hij terugkomt in zijn dorp ziet hij dat de hele boel is leeggeroofd en in brand staat. Iedereen is vermoord door de koloniehouders.

Max Havelaar komt al gauw tot conflicten met de inlandse regent, die hij van corruptie en uitbuiting van zijn ondergeschikten beschuldigd. Hij wordt bij gebrek aan bewijs uiteindelijk niet voldoende gesteund door zijn omgeving. Uiteindelijk vraagt Havelaar aan de Gouverneur-Generaal ontslag uit 's lands dienst. Dit verhaal wordt onderbroken door uiteenzettingen over de structuur van het bestuurlijke apparaat in Indië, en over wat er met Havelaar vóór zijn verblijf in Lebak heeft afgespeeld. Droogstoppel doet ondertussen heel erg zijn best om te begrijpen wat dit allemaal met koffie te maken heeft, het hele Havelaar-verhaal. Aan het einde neemt Multatuli het woord over van Stern en Droogstoppel om zich te richten tot de koning. Hij vraagt aandacht aan de koning door het volgende te schrijven:

'Aan u durf ik met vertrouwen vragen of 't uw keizerlijke wil is:
Dat Havelaar wordt bespat met de modder van Slijmeringen en Droogstoppels?
En dat daarginds uw meer dan dertig miljoen onderdanen worden mishandeld en uitgezogen in uw naam?'
 https://www.scholieren.com/verslag/zekerwetengoed/max-havelaar-multatuli

 

Verhaalanalyse

Titelverklaring

De titel van het boek is Max Havelaar, of de koffieveilingen van de Nederlandse handelsmaatschappij. De titel is een verwijzing naar de hoofdpersoon van het boek; Max Havelaar. De titel kan worden gezien als ‘Max Havelaar’ met ondertitel ‘De koffieveilingen van de Nederlandse handelsmaatschappij’.


Motto

Max Havelaar heeft ook een motto, maar iets anders dan normaal. Hier kan het ‘Onuitgegeven Toneelspel’ worden gezien als motto. Dit is een toneelstuk vooraan het boek waarbij Lothario beschuldigd wordt voor de moord op Barbertje. Barbertje blijkt echt levend te zijn, maar toch wordt Lothario tot de dood veroordeeld. Hij wordt schuldig gevonden aan eigenwaan. Het motto is een weerspiegeling van het probleem dat in het boek beschreven wordt; namelijk het onrecht dat de inlandse bevolking op Lebak aangedaan wordt.  


Thema

Het belangrijkste thema in het boek is de uitbuiting van de bevolking van Nederlands-Indië. Max Havelaar wilt de mensen laten inzien hoe slecht de Inlanders worden behandeld. De centrale gedachte van het boek is te laten zien dat het bestuur slecht is en dat de Inlanders worden uitgebuit. Er is voortduren kritiek op de maatschappij.

Motieven

Verschillende motieven spelen in het boek een rol. Zo is corruptie en macht een belangrijk motief. In het boek is de regent schuldig aan corrupt handelen. Ook de Hollandse bestuursambtenaren zijn hieraan schuldig. Multatuli maakt aan het einde van het boek dan ook aanspraak op de macht van de Koning.
Een ander belangrijk motief is het kolonialisme. Nederlands-Indië was toentertijd een kolonie van Nederland. In Max Havelaar wordt er dan ook aangespoord om in opstand te komen tegen de uitbuiting van Nederlands-Indië. Ook lees je voorbeelden van hoe het eraan toeging.
Andere motieven zijn ambtenarij, botsing van culturen en vermenging van fictie en werkelijkheid.

 

Tijd en ruimte

Max Havelaar speelt zich af rond 1856, wanneer Max Havelaar in Lebak is en in 1860, het heden. Het verhaal wordt niet chronologisch verteld. Er komen veel flashbacks in voor en tijdvertragingen.

Het boek speelt zich af in Nederland en in Nederlands-Indië. De locaties zijn dan ook een scherp contrast. De omgevingen worden uitgebreid beschreven en je kunt je goed inbeelden hoe het eruit ziet.


Vertelinstantie

De vertelwijze bestaat uit vier ik-vertellers: Droogstoppel, Stern, Max Havelaar en Multatuli. Max Havelaar wordt ook wel gezien als een alwetende verteller.

“Ik verzoek u nogmaals my te beschouwen als een vriend die u helpen zal waar hy kan, vooral waar onrecht moet worden te keer gegaan” (p. 111, Max Havelaar).

“Aan U durf ik met vertrouwen te vragen of het keizerlyke wil is: Dat Havelaar wordt bespat met de modder van Slymeringen en Droogstoppels?
En dat Uw meer dan dertig miljoenen onderdanen worden mishandeld en uitgezogen in UW naam?”
(blz.286, Multatuli)


Personages

Max Havelaar is een autobiografische roman. De hoofdpersoon kan worden gezien als de schrijver in verschillende gedaantes.

Max Havelaar: Max Havelaar is een man van 35 jaar oud. Hij werkt als assistent-resident in Lebal. Hij is vooral gekenmerkt door zijn rechtvaardigheid. Hij is gevoelig, intelligent, eerlijk en idealistisch. In het verhaal veranderd hij. Hij begint als een avontuurlijke jongen en eindigt als een serieuze man.

Batavus Droogstoppel: Droogstoppel is makelaar in koffie en is de antiheld van het verhaal. Hij is egoïstisch en gierig en verbeeld het egocentrisme dat Max Havelaar wilt bestrijden.

Ernest Stern: Stern is de zoon van een zakenman met wie Droogstoppel vrienden is. Droogstoppel laat stern het verhaal van Max Havelaar vertellen. Over Stern komen we weinig te weten.


Eindoordeel

Ik vond Max Havelaar een moeilijk en niet een fijn boek om te lezen. Het taalgebruik vond ik heel lastig en ik kwam er dan ook moeilijk doorheen aangezien ik niet echt snapte wat er aan de hand was. De lange zinnen met enorm veel komma’s zorgde ervoor dat het me enorm veel concentratie opeiste. Ook werd ik verward door de verschillende vertellers. Ondanks dat ik het lastig vond, vond ik het wel fijn om een keer een boek te lezen die over Nederlands-Indië ging. Ik vond het mooi hoe de schrijver aandacht bracht aan de situatie.

Opdracht Max havelaar (i.p.v keuzeopdracht)

Eduard Douwes Dekker is geboren op 1820 in Amsterdam. Hij is een Nederlandse schrijver en bestuursambtenaar. Op 18 jarige leeftijd vertrok hij naar Batavia met zijn vader waar hij ambtenaar werd. Eduard verscheen onder de naam Multatuli. In 1859 schreef hij zijn boek Max Havelaar op eigen ervaringen van de behandeling van de bevolking door Nederlandse en Nederlands-Indische bestuurders. Zowel zijn persoonlijkheid en schrijfstijl had grote invloed op belangrijke schrijvers uit volgende generaties.

Het motto is te vinden aan het begin van het boek en is geschreven door Henri de Pène, een Franse dichter. Multatuli pakt dit stukje tekst uit een van de werken van de dichter. Dit werk gaat over het leven van de vrouw van de dichter.

In het begin van het boek wordt er een onuitgegeven toneelspel beschreven. Dit kan als het motto van het boek worden gezien. In dit onuitgegeven toneelspel wordt Lothario ervan beschuldigd Barbertje te hebben vermoord. De rechter veroordeelt hem tot ophanging. De rechter is vastbesloten; zelfs als hij barbertje in levende lijve ziet blijft hij bij zijn besluit. Dit keer is de straf niet gebaseerd op moord, maar op eigenwaan. Zonder enige bewijs neemt de rechter dit aan waarna hij zegt ‘daaraan heeft hij zeer verkeert gedaan’à letterlijk in het boek staat; ‘Daaraan zou hy zeer verkeert hebben gedaan, omdat ik hem te Natal zo gekontriaëerd had waaraan ik dan ook, voegde de men daaraan toe, zeer verkeert had gedaan’’

Dit motto heeft veel met het boek te maken. In dit toneelspel wordt er iemand (Lothario) onrecht aangedaan. In het boek zijn dit de inlanders van Indië. Ook is er een persoon met duidelijk veel macht (de rechter). In het boek zijn dit de Nederlandse staat en de regent van Lebak.

Eigenwaan=arogantie

Met dit motto verwees dekker naar de mensen die hem zouden verwijten zelfingenomen te zijn, wanneer hij zich in max Havelaar vrij pleitte van schuld.

Lothario is door Goethe opgevoerd als prototype van een edel mens en wordt onterecht beschuldigd.

Wilhelm gaat naar lothario toe om hem de waarheid te vertellen, maar hij komt er achter dat hij zelf de schuldige is. De overeenkomsten met de edele Havelaar die onterecht beschuldigd en veroordeeld wordt zijn onduidelijk.

De uitdrukking, barbertje moet hangen, houdt in dat iemand de schuld moet krijgen van een ramp of misdaad, het maakt hierbij niet uit wie dat dat is. Deze bijzondere zegwijze komt uit het boek Max Havelaar, maar is verkeert geciteerd en is zo in onze spreek en schrijf taal beland.

Het onuitgegeven toneelstuk is als motto gekozen, omdat het stuk tekst gewoon een toneelstuk is. Het toneelspel is een weerspiegeling van het probleem dat ook in het boek beschreven wordt; namelijk het onrecht dat de inlandse bevolking op lebak aangedaan wordt. Multatuli werd zelf ook in die tijd veroordeeld. Want het schrijven van het boek mocht niet. Multatuli wil met dit hoofdstuk benadrukken dat hij ten onrechte is veroordeeld. Multatuli werd in Lebak geconfronteerd met enorm machtsmisbruik. De inheemse regent buitte de bevolking sterk uit. Ook vermoedde Multatuli dat de regent zijn voorganger had vergiftigd. Echter werden zijn klachten niet serieus genomen. Hij wou niet langer in dienst blijven bij een ambtelijke top die macht misbruikte en deden alsof hij geen eerlijk man was. Hierop is ook het onuitgegeven toneelspel gebaseerd. Een man die word veroordeeld niet eerlijk te zijn.